Cliëntondersteuning is sinds 2015 gedecentraliseerd in twee wetten:
Zowel de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als de Wet langdurige zorg (Wlz) definiëren cliëntondersteuning als een onafhankelijke vorm van ondersteuning die waar nodig alle levensterreinen kan omvatten.
De regering heeft ervoor gekozen om de verplichting voor gemeenten om cliëntondersteuning te bieden voor alle cliënten, van alle leeftijden en over alle levensdomeinen, in één wet te regelen: de nieuwe Wmo 2015. De cliëntondersteuning voor jeugd en gezin is dus ook in de Wmo 2015 geregeld en niet in de Jeugdwet.
Artikel 1.1.1. van de Wmo 2015 definieert cliëntondersteuning als: "Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen."
Daarmee is in één wet de cliëntondersteuning voor het gehele sociale domein (dus ook voor de Jeugdwet en de Participatiewet) én andere levensgebieden zoals schuldhulpverlening, onderwijs, gezondheidszorg, wonen, werk en inkomen geregeld.
De Wmo regelt de cliëntondersteuning bij de toeleiding tot de poort van Wlz (CIZ, zorgkantoor). Vanaf het moment dat een Wlz-indicatie is afgegeven, wordt de cliëntondersteuning vanuit de Wlz geregeld.
De Wlz definieert cliëntondersteuning als volgt: "onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies, algemene ondersteuning en zorgbemiddeling die bijdraagt aan het tot gelding brengen van het recht op zorg in samenhang met dienstverlening op andere gebieden."