BCMB

Onafhankelijkheid

Onafhankelijkheid of professionele autonomie is een van de uitgangspunten voor goede cliëntondersteuning. Tegelijkertijd merken cliëntondersteuners dat die autonomie soms onder druk staat. Professionele autonomie is dan ook een onderwerp dat de continue aandacht van BCMB heeft.

BCMB verstaat onder onafhankelijkheid dat de cliëntondersteuner naast de cliënt staat waarbij de belangen van de cliënt centraal staan. Een cliëntondersteuner werkt onafhankelijk van (zorg)aanbieders, indicatiestellers en financiers. 

Nu de Wmo en de Wlz enkele jaren functioneren heeft het bestuur van de BCMB aan het associate lectoraat ‘informele netwerken en laatmoderniteit’ van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) de opdracht gegeven om de beroepsgroep zelf te bevragen naar hun ervaringen met cliëntondersteuning in de WMO en de WLZ. Centrale thema’s in het onderzoek zijn professionele autonomie en kwaliteit, waarbij het bij kwaliteit gaat om zaken als vindbaarheid, de beschikbare tijd voor de cliënt, wachttijden, samenwerking met vrijwilligers, de knip tussen WMO en WLZ en de ruimte om levensbreed te werken.

Een van de aandachtspunten uit het onderzoek van de CHE is dat veel cliëntondersteuners onvoldoende professionele autonomie ervaren, zowel in de Wmo als in de Wlz. Cliëntondersteuners in de Wmo ervaren dat vooral als zij werkzaam zijn in een wijkteam met andere sociale professionals. Cliëntondersteuners in de Wlz ervaren dit in hun samenwerking met het zorgkantoor en de zorgaanbieder, als zij dezelfde knelpunten ervaren als hun cliënten en niet de positie hebben of krijgen om dit op te lossen.

Lees hier het ‘Onderzoeksrapport cliëntondersteuners. Hoe waarderen cliëntondersteuners de ruimte voor autonomie en kwaliteit’, dat in het najaar 2018 is gedaan door de CHE i.o.v. BCMC.