BCMB Vindplek Cliëntondersteuners BCMB Werk gezocht

Signalering - Toegang en beschikbaarheid voorzieningen

Kunnen we weer gaan denken in mogelijkheden?

Te veel mensen die een beroep doen op zorg en ondersteuning, krijgen geen toegang tot, geen passend of helemaal geen zorgaanbod. De omvang (kwantiteit) en inhoud (kwaliteit) van de geboden zorg sluiten niet aan bij de zorgvraag. Passende zorg voor bepaalde groepen is hierdoor niet beschikbaar.

Bekijk hier de praatplaat van het thema Toegang en beschikbaarheid zorg en voorzieningen. Het hele signaleringsdocument kun je hier downloaden. 

Voornaamste knelpunten

  • Geen maatwerk mogelijk
    Cliënten weten niet waar ze terecht kunnen, er is geen goede informatie, toegangsprocedures werpen belemmeringen op, het ontbreekt aan de benodigde expertise en aan de noodzakelijke samenwerking tussen zorgaanbieders. Niet de vraag is leidend, maar het aanbod (het stelsel, de regeling of zorgaanbieder).
  • Zorg en ondersteuning opgeknipt in wetten
    Voor sommige groepen cliënten is het erg moeilijk passende zorg te vinden, omdat zij meervoudige problematiek hebben en de zorg versnipperd is georganiseerd en gefinancierd.
  • Lange wachttijden voor sommige groepen
  • Beperkt zicht op wachtlijsten en aard van de zorgvraag
    Detailinformatie over vraag en aanbod ontbreekt. Ook is onvoldoende gedetailleerde informatie beschikbaar over de wachtlijsten. De ene cliënt met VG7-profiel is de andere niet. Zo wachten er inmiddels bijna 24.000 cliënten met een Wlz-indicatie op zorg, waarvan 20% urgent direct of binnen twee maanden een plaats moet hebben. De praktijk is dat tientallen van deze cliënten heel lang moeten wachten, waarbij een wachttijd van één á twee jaar en soms zelfs langer geen uitzondering is.
  • Overbruggingszorg vaak niet passend
    Wachtenden krijgen soms overbruggingszorg, maar deze is vaak niet passend. Hierdoor neemt het aantal crisisplaatsingen toe.

Contra-indicatie vormt een belemmering voor hun cliënten om de zorg te krijgen die ze nodig hebben. 

 

De Nationale Ombudsman sprak in 2020 al over ‘blijvende zorg’: burgers die zich van het kastje naar de muur gestuurd voelen, gebrek aan een flexibele organisatie van de benodigde zorg en financiering, afstemmings- en afschuifproblemen (Nationale Ombudsman, 2020).

De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) wees in 2019 op knelpunten in de toegang en de zorg als sprake is van meerdere problemen, zeker als daarbij verschillende instanties betrokken zijn met hun eigen toegangsprocedures. Mensen weten de weg niet te vinden; krijgen onterecht geen hulp of krijgen iets anders dan ze nodig hebben (RVS, 2019).

Het SCP wees recent op vergelijkbare knelpunten in de toegang en uitvoering binnen het sociaal domein (Jeugdwet, Participatiewet, Wmo). Niet alle mensen die zorg nodig hebben, worden bereikt. Er is gebrek aan samenwerking door eigen doelstellingen en procedures van instanties. Het lukt onvoldoende de menselijke maat en maatwerk te realiseren (SCP, 2020 en 2022).

Waar doen zich de meeste knelpunten voor? 

  • (Langdurige) zorg: wonen met intensieve begeleiding voor mensen met een verstandelijke beperking en (ernstig) probleemgedrag (zorgprofiel VG6 en VG7);
  • Jeugdzorg: wachtlijsten voor met name hulp aan jeugdigen met complexe problematiek;
  • Passend onderwijs: groei van het aantal langdurig thuiszitters ofwel leerlingen die niet naar school gaan;
  • Sociaal domein: logeeropvang voor alle doelgroepen (ggz, gehandicapten, ouderen) en beschermd wonen voor mensen met een psychische problematiek of (licht)verstandelijke beperking

Wie neemt verantwoordelijkheid?

Joey, een jongen van 13 met een verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek heeft intensieve behandeling en begeleiding nodig (VG7). Hij zit op een crisisplek aan de andere kant van het land omdat er dichterbij geen plek was, maar kan daar na 3 maanden niet blijven. De crisisplek is vanuit de gemeente geregeld met een harde einddatum. Zorgkantoor heeft weinig mogelijkheden en doorzettingsmacht. Er is geen aanbieder verantwoordelijk en daarmee de vraag wie ‘dossierhouder’ is. Een week voor het verstrijken van de termijn is er nog steeds geen oplossing voor Joey. Miranda is als cliëntondersteuner betrokken en stelt de zorgvraag van Joey centraal, er moet een oplossing komen. Ze stelt na alle mogelijkheden te hebben bekeken voor een flexibel team te organiseren op een onorthodoxe plek, een vakantiewoning. Het blijkt lastig zo ‘out of the box’ te denken en er ontstaat discussie over wie dat dan moet financieren: het zorgkantoor of de gemeente (die al veel extra kosten heeft betaald in de voorliggende periode). Uiteindelijk is, mede na overleg met het Ministerie van VWS, het zorgkantoor akkoord gegaan met de voorgestelde oplossing en kon voorkomen worden dat Joey op straat kwam te staan.

Deze praktijksituatie geeft een aantal knelpunten aan:

  • Er is geen behandelaar betrokken, er is te weinig doorstroom binnen de instellingen die deze zorgvraag (1 op 1 begeleiding) aan kunnen;
  • Onduidelijk is wie verantwoordelijk (dossierhouder) is en het ontbreekt het zorgkantoor aan doorzettingsmacht;
  • Er ontstaan financieringsdiscussies omdat het voor betrokkenen moeilijk is om buiten de kaders en oplossingsgericht te werken.

Bron: Miranda van der Hout, onafhankelijk cliëntondersteuner

Oorzaken van de knelpunten

Naast demografische ontwikkelingen als vergrijzing en gebrek aan personeel door arbeidsmarkttekorten gaat het om knelpunten in de organisatie en de uitvoering van de zorg: 

  1. Niet de benodigde kennis op de goede plek: Soms ontbreekt het in de toegang en bij het aanbod aan de benodigde kennis. Dit speelt met name bij doelgroepen met meervoudige problematiek, zoals (L)VG en verslaving of ggz-problematiek.
  2. Stringent toelatingsbeleid: Soms wordt een cliënt op basis van zijn dossier al afgewezen. Veel organisaties hanteren ook  uitsluitingscriteria / contra-indicaties zoals middelengebruik, overschrijdend gedrag, waardoor een groep cliënten nauwelijks passende zorg kan vinden.
  3. Nog te weinig samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid: Een deel van de benodigde kennis kan door samenwerking en delen van expertise ingezet worden rondom een cliënt. Bijvoorbeeld als zowel kennis van een verstandelijke beperking als van psychiatrische problematiek nodig is. Of als de cliënt op meerdere levensgebieden ondersteund moet worden en dit om afstemming van inzet vraagt. Gerichtheid op eigen taakgebied of organisatie staat samenwerking en het nemen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de weg. Ook is de financiering soms een probleem.
  4. Complexe zorgvragen doen groot beroep op organisaties terwijl prikkel ontbreekt: Instellingen geven aan niet de expertise, menskracht, voorzieningen of budget te hebben om aan complexe zorgvragen tegemoet te komen. De complexiteit stelt instellingen voor grote professionele en financiële uitdagingen. Er is geen positieve prikkel om complexe zorgvragen op te pakken. Vrees voor het niet kunnen voldoen aan de zorgplicht lijkt zorgaanbieders terughoudend te maken. 

Aanbevelingen

  1. Kom tot eenduidige en volledige informatie over het aanbod voor cliënten: Met vergelijkbare informatie kunnen cliënten en/of hun naasten sneller en beter beoordelen welk aanbod aansluit bij hun zorgvraag. Verder kan actuele wachtlijstinformatie op instellings- of locatieniveau - op één digitale plek – voorkomen dat cliënten, hulpverleners, verwijzers, toegangsmedewerkers en cliëntondersteuners iedere keer ‘een rondje’ moeten maken om te kijken of er ergens plek is.
  2. Vereenvoudig de toegang en aanmelding: Mensen hebben vaak ondersteuningsbehoeften op meerdere levensgebieden en doen daarvoor een beroep op verschillende voorzieningen. Deze hebben allemaal hun eigen toegang en (aanmeld)procedures. Meer samenhang en uniformiteit in de toegang en aanmelding dragen bij aan een integrale benadering van de zorgvraag en de daarop te bieden ondersteuning.
  3. Kennis en expertise delen en gezamenlijke verantwoordelijkheid: Zorg is opgeknipt in wetten, (aanbod)financiering en organisaties. Dit levert met name problemen bij mensen met meervoudige problematiek (VG en GGZ of verslaving). Kennisdeling, het benutten van elkaars expertise en het nemen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de cliënt zijn dan noodzakelijk om de zorg voor de cliënt beter op maat en als een samenhangend geheel te organiseren.
  4. Bouw het anticiperen op veranderende zorgvraag in: Een deel van de benodigde zorg is te voorzien. De zorgvraag is afhankelijk van leeftijd (overgang 18-/18+), netwerk (ouder wordende mantelzorgers thuiswonende zorgvragers), verloop aandoening (toenemende ondersteuningsbehoefte) of levensgebeurtenissen (onderwijs, wonen). Als hier tijdig vervolgstappen gezet worden, kunnen problemen worden voorkomen.

 

Voorbeelden om de toegang en aanmelding te vereenvoudigen

  • Integrale toegang: zie ervaringen van projecten zoals het Verbetertraject Toegang sociaal domein. Hierin werken gemeenten aan afstemming levensgebieden, regie cliënten, deskundigheid en handelingsruimte medewerkers, duurzame hulp bij langdurende hulpvragen en het voorkomen en signaleren van problemen (www.movisie.nl/toegang)
  • Vereenvoudiging: Naast het terugbrengen van het aantal toegangspoorten is winst te behalen uit het verminderen van het aantal beoordelingsmomenten en benodigde onderbouwing. Zeker bij cliënten met een eenmaal vastgestelde langdurende ondersteuningsbehoefte. Een voorbeeld hiervan is het initiatief ‘passende beschikkingsduur’ gericht op het differentiëren in beschikkingsduur Wmo (onderdeel Toekomstagenda 2022 - 2026 mensen met een beperking)
  • Een uniform aanmeldformulier: Dit voorkomt dat cliënten zich keer op keer moeten aanmelden. Twee voorbeelden hiervan het Gelders aanmeldformulier Jeugdhulp en 'Eén-Aanmeldformulier’ voor basisvragen (met daarnaast eigen/aanvullende formulieren) waar een aantal gehandicaptenzorgaanbieders in de regio Utrecht, Gooi & Vecht en zorgaanbieders mee werken. Ook in West-Brabant en Zeeland wordt hiermee gewerkt.

Good practice

Op diverse plaatsen wordt expertise gedeeld en werken sectoren samen. Een paar voorbeelden:

Cruciale factoren zijn:

  • samenwerking en afstemming van inzet rondom de cliënt (casusregie).
  • handelingsruimte om tot creatieve oplossingen te komen.
  • Beschikbaarheid van specifieke expertise
  • (regionale) overleggen met opschalingsmogelijkheden en doorzettingsmacht.

Interviews

Lees hier het interview met Aline (moeder van Jan, een zoon met een beperking) en Dennis Huijbertsen (locatiemanager van Woon- en dagcentrum Sluis-Zicht van Stichting Ons Tweede Huis) over de zoektocht naar passende zorg.

Lees hier het interview met Chiel Egberts, grondlegger van de driehoekskunde, over het belang van vertrouwen tussen cliënt, naasten en de zorgprofessional(s). 


De andere twee thema's vind je hier: Domeinoverstijgende knelpunten en Onafhankelijke cliëntondersteuning