BCMB Vindplek Cliëntondersteuners BCMB Werk gezocht

“Er is zoveel haast in de zorg; we nemen niet meer de tijd om te onderzoeken wie we tegenover ons hebben.”

Jolien Schölvinck is sinds ongeveer acht jaar werkzaam als psychiater voor mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problemen bij Mentrum Trace in Amsterdam. Eerst werkte ze met dak- en thuislozen. Daar zag ze veel mensen die op een andere manier hulp nodig hadden en waarvan het vermoeden bestond - of zelfs bekend was - dat ze een verstandelijke beperking hadden. Ze werd erg geraakt door deze doelgroep en dat was aanleiding om de wereld van de psychiatrie en de wereld van de gehandicaptenzorg met elkaar te gaan verbinden. “Om deze doelgroep beter te kunnen helpen, richtten we vijf jaar geleden een expertisecentrum op in Amsterdam. Door hun openheid, humor en oprechtheid heb ik een enorme compassie voor deze doelgroep.”

 

We vervallen snel in financieringsstromen of verklaringen

“Instanties vinden het vaak ingewikkeld om hulp te bieden aan deze groep mensen. Er is veel oog voor mensen die opvallend gedrag vertonen, zoals schreeuwen, dingen kapot gooien, drugsgebruik en dakloosheid. Maar er is een veel grotere groep die thuis zit, geen hulp vraagt en in zichzelf is teruggetrokken. We streven ernaar dat iedereen zelfstandig thuis moet kunnen wonen, maar hierdoor kan deze groep juist psychische problemen krijgen. Daarnaast vervallen we snel in verklaringen waarom iemand zich op een bepaalde manier voelt en gedraagt. We stoppen mensen soms te snel in een hokje. De financieringsstromen kunnen ook zorgen voor beperkende gedachten. We zouden hier meer samen in op moeten trekken. Mentrum Trace probeert op dit moment met de ketenpartners in Amsterdam en omgeving heldere afspraken te maken, ook zodat het niet op personen blijft hangen. Als iemand vertrekt bij een organisatie, moet de samenwerking wel overeind blijven staan.”

We moeten kijken naar de toekomst en er moet iets veranderen

“Onze organisatie wil graag laagdrempelig meedenken en daarom bieden we consultaties aan. We geven handvatten en adviezen aan zorgaanbieders waar ze rekening mee kunnen houden in hun aanpak en behandeling. We bieden zowel in de VG als in de GGZ ook losse behandelingen aan, zodat mensen bij hun eigen behandelaar kunnen blijven. Waar ik me wel zorgen om maak is dat je voor psychische klachten ook een behandeling kunt krijgen in de VG-sector. Mensen die op een woon-behandellocatie van een VG-instelling wonen, hebben vaak een hoge CIZ-indicatie. Hier zit 'behandeling' meestal bij in. Toch komen ook deze mensen wel bij ons, bijvoorbeeld met traumaklachten, terwijl ze dus op een locatie wonen waar behandeling ook wordt geboden. De nationale zorgkosten worden alleen maar hoger, dus we moeten kijken naar de toekomst en er moet iets veranderen. Dit kan onder andere door begeleiders binnen VG woonsettingen en ook GGZ-instellingen te voorzien van meer kennis en deskundigheid, zodat niet iedereen meteen naar de psychiatrie wordt verwezen. Volgens mij moeten we daar met elkaar naar kijken.”

"We moeten het niet alleen willen doen; we hebben allemaal onze capaciteiten waarmee we van betekenis kunnen zijn voor de cliënt." 

Het is en blijft mensenwerk

“Ik geloof sterk in netwerkzorg; niet kijken naar de financieringsstroom, maar naar de persoon. Wat voor problemen hij of zij heeft, welke hulp nodig is en welke zorgprofessional het beste aansluit. Het is en blijft mensenwerk; dat maakt het gelijk ook lastig. Want soms vinden mensen het niet prettig om met jou in zee te gaan, omdat er geen persoonlijke klik is of om een andere reden. Je moet als professional ervoor openstaan om te kijken of je op een andere manier wél dat vertrouwen kan winnen. Als dat niet lukt, schakel dan iemand anders in. We moeten het sowieso niet alleen willen doen; we hebben allemaal onze capaciteiten waarmee we van betekenis kunnen zijn voor de cliënt. Voor cliënten en hun naasten is het prettig als naast professionals het informele circuit wordt betrokken en verstevigd, zodat er meer mensen zijn waar ze op kunnen terugvallen.” 

Het staat niet op het voorhoofd geschreven

“Soms zijn mensen in de GGZ een beetje bang voor mensen met een verstandelijke beperking of ze doen aannames. De doelgroep wordt soms neergezet als troetelbeertjes of juist als vervelende mensen waar je geen afspraken mee kunt maken. We proberen dat imago te veranderen. Ook doe ik onderzoek en probeer ik met harde cijfers duidelijk te maken dat iedereen in de psychiatrie te maken krijgt met mensen met een verstandelijke beperking. Dat iemand een verstandelijke beperking heeft, staat niet op het voorhoofd van iemand geschreven. En er is zoveel haast in de zorg; we nemen niet meer de tijd om echt te luisteren en te onderzoeken wie we tegenover ons hebben.”

"Wees dus nooit 'tevreden' met antwoorden en blijf altijd nieuwsgierig!”

Hij kwam altijd in pak en met zijn koffertje in de hand

“Een voorbeeld dat hier goed bij aansluit, gaat over een meneer met stemmingsklachten. Andere professionals waren in de volste overtuiging dat hij geen verstandelijke beperking had. Hij had immers aan de universiteit gestudeerd en kwam altijd in pak en met zijn koffertje in de hand. Al jarenlang kwam hij niet verder in de zorg en hij werd van het kastje naar de muur gestuurd. In een gesprek met hem vroeg ik door, ook over wat voor werk hij deed. Hij vertelde dat hij op kantoor werkte. Ik vroeg wat hij daar precies deed. Stapels papieren kopiëren en daarna op volgorde leggen, was zijn antwoord. Toen werd het een en ander al iets duidelijker. Hij vertelde daarna dat hij naast de openbare universiteit werkt en daar vaak in zijn lunchpauze zijn boterhammen opeet. Compleet iets anders dan werd aangenomen! Die meneer bleek dus wel een licht verstandelijke beperking te hebben. Wees dus nooit 'tevreden' met antwoorden en blijf altijd nieuwsgierig!”

Nieuwe levensfase

“Een ander voorbeeld gaat over jongeren met een licht verstandelijke beperking die vastlopen in de overgang van school naar studeren of werken. Het zijn vaak jongeren die in een gezin opgroeien waar ze de enige zijn met een beperking. Met ouders die meestal een goede baan hebben, leuke vriendenkring en veel activiteiten ondernemen. De kinderen zijn hierin meegenomen, zodat hun beperking ook niet echt opviel. Maar op een gegeven moment komt er een levensfase waarin ze niet meer meekomen. Ze vallen in stages uit of worden erg somber als ze de stap moeten maken naar het zoeken van werk. Raken in zichzelf gekeerd en weten niet meer wie ze zijn of wat ze moeten doen. Die nieuwe levensfase kan erg heftig zijn voor deze mensen, maar ik zie dat ze opknappen met de juiste behandeling. Het is mooi om te zien hoe je dan het systeem mee kunt krijgen in meer acceptatie. En ook dat verwachtingen die we met elkaar stellen in onze maatschappij, iets meer in kleinere stappen gezet kunnen worden. Het acceptatieproces dat niet ieder mens in deze snelheid en in die haast mee hoeft te komen.”

Meer tijd en minder haast 

“Alle zorgprofessionals en mensen die een rol spelen in het welzijn van mensen zouden meer tijd en minder haast moeten hebben. Ook zodat er preventief meer kan worden gedaan. De GGZ staat altijd bekend om zijn lange wachtlijsten. Terwijl ik veel mensen zie die geen last hebben van psychische klachten, maar eenzaam zijn of het bijvoorbeeld moeilijk hebben door werkloosheid. Daar is de psychiatrie niet de oplossing voor en ook niet voor bedoeld. Kloppen deze mensen niet meer aan, dan worden de wachtlijsten ook korter. Het zou verschil maken als we meer tijd in de zorg zouden hebben, meer aandacht voor elkaar hebben en wat liever voor elkaar zijn in de maatschappij.”


Kijk voor meer informatie op https://mentrum.nl/trace