BCMB heeft bij VWS en het ministerie van Financiën aandacht gevraagd voor de ongelijkheid en onzekerheid bij de btw-vrijstelling van OCO Wlz. Sommige aanbieders van onafhankelijke cliëntondersteuning zijn wel btw-plichtig, anderen niet. En dat kan ook nog eens per regio verschillen, afhankelijk van de belastinginspecteur.
Mede op verzoek van BCMB heeft het ministerie van Financiën net op tijd voor de aanbestedingen een standpunt ingenomen over de btw-vrijstelling voor onafhankelijke cliëntondersteuning. In een brief van 11 september jl. neemt het Ministerie van Financiën het volgende standpunt in. Deze zienswijze is ook aan de Belastingdienst gemeld.
“In artikel 11, lid 1, onderdeel g, onder 2° Wet OB is (onder andere) een vrijstelling geregeld voor de zorg bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onder b en c W lz. Met u ben ik van mening dat OCO in de Wlz onder de vrijstelling van artikel 11, lid 1, onderdeel g, onder 2e Wet OB valt. Ik zie OCO namelijk als een onderdeel van ‘begeleiding’ zoals gedefinieerd in artikel 1.1.1 Wlz (tekst 1juli 2019) en genoemd in artikel 3.1.1, eerste lid, onder b Wlz".
Op 24 september jl. zijn de belangrijkste randvoorwaarden voor de vrijstelling bekend gemaakt. Onderstaand op hoofdlijnen de belangrijkste punten. NB deze informatie is aan BCMB verstrekt maar er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Wel kun je op basis van deze informatie je offertes en aanbestedingen voorbereiden en eventuele belastingteruggave gaan voorbereiden.Zodra de exacte en formele details bekend zijn zullen wij jullie verder informeren.
Antwoord Ministerie van Financiën:
De gegeven uitleg in de brief van 11 september 2019 met kenmerk 2019-0000148322 geldt met ingang van 1 januari 2015 (zijnde de datum van inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg). Dat is dus met terugwerkende kracht.
Antwoord Ministerie van Financiën:
Belastingplichtige dienstverleners van OCO die ten onrechte btw hebben berekend aan de zorgkantoren kunnen die btw terugvragen door in bezwaar te gaan tegen hun eigen aangifte. Indien de bezwaartermijn is verstreken, en de rechten van belastingplichtige niet op andere wijze zijn veilig gesteld, dan zal de inspecteur het verzoek ambtshalve in behandeling nemen. Het beleid van de Belastingdienst ten aanzien van het ambtshalve in behandeling nemen van teruggaafverzoeken treft u in paragraaf 23 van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht (de thans geldende versie van dat besluit is te vinden in Stcrt. 2017, 28270).
Antwoord Ministerie van Financiën:
Nee, het betreft hier een prijsafspraak tussen het zorgkantoor en de ondernemer die OCO verricht. Alleen de ondernemer die OCO verricht, kan op basis van de btw-vrijstelling eerder betaalde btw terugvragen.
Antwoord Ministerie van Financiën:
Art. 35a lid 1 onderdeel l Wet OB schrijft voor dat in geval van een vrijstelling ‘enige aanduiding daarvan’ op de factuur verplicht is. Dat kan dus zijn “btw-vrijgesteld”, maar ook “vrijstelling van btw volgens artikel 11, lid 1, onderdeel g, onder 2 ? Wet OB” of een daarmee vergelijkbare variant.