BCMB Vindplek Cliëntondersteuners BCMB Werk gezocht

Thea Roerig: "Ik hoef het niet meer alleen te doen, er staat iemand naast me."

Na een gebroken voet en complicaties door al bestaande fysieke problemen kwam Thea Roerig (57) vier jaar geleden in een verpleeghuis terecht met een Wlz-indicatie. Daar voelde ze zich allesbehalve thuis. Met de hulp van cliëntondersteuner Nienke vond ze opnieuw grip op haar leven, maar vooral: een plek waar ze zichzelf kan zijn.

Thea blikt terug op een moeilijke periode. Na haar verhuizing naar een verpleeghuis in Groningen stad belandde ze in een omgeving waarin ze zich geen mens, maar enkel “bewoner” voelde. “Ik had me aan te passen aan wat de zorg daar bedacht. Daarnaast waren er veel medicatiefouten. Ik voelde me er doodongelukkig. Uiteindelijk belandde ik in een burn-out. Dat was de grens,” vertelt Thea. Kleine, ogenschijnlijk simpele dingen bleken van groot belang. De mogelijkheid om te roken, aangeven dat ze bepaalde dingen op het menu niet kan eten, of de vrijheid om te zeggen “vanavond ben ik er even niet”: stuk voor stuk zaken die in het verpleeghuis ontbraken. “Het hele totaalplaatje klopte niet. Ik kon er mezelf niet zijn.”

“Ik was vastgelopen in een negatieve bubbel, maar dankzij de ondersteuning heb ik mijn leven weer terug.”

De zoektocht naar regie

Toen Thea besloot dat er iets moest veranderen, wist ze niet waar ze moest beginnen. Via het zorgkantoor kwam ze in contact met cliëntondersteuner Nienke te Velde. Zij hielp Thea haar wensen helder te krijgen. “Ik ga niet zomaar zoeken,” vertelt Nienke. “Ik wil heel duidelijk hebben: wie is Thea en wat wil zij voor de toekomst? Ik heb als cliëntondersteuner kennis van wet- en regelgeving, kennis van indicaties zoals die van Thea en ik ken de sociale kaart hier in de omgeving. En dat netwerken en verbinden is denk ik wel een hele belangrijke in deze situatie.”, aldus Nienke. “Het werd al snel duidelijk dat voor Thea het behoud van eigen regie erg belangrijk is.”

Samen sterker

De samenwerking ging verder dan alleen het vinden van een nieuwe woonplek. Nienke ondersteunde Thea bij het indienen van een klacht tegen het verpleeghuis en stond haar bij in moeilijke momenten. “We hadden intensief contact. Ook als Thea zich somber voelde, probeerde ik er te zijn,” vertelt Nienke. Voor Thea maakte dat een wereld van verschil. “Op een gegeven moment zei Nienke: ik kan je helpen met die brieven, met de telefoontjes. Toen dacht ik: ik hoef het niet meer alleen te doen. Er staat iemand naast mij.”

“Ik ga niet zomaar zoeken, ik wil heel duidelijk hebben: wie is Thea en wat wil zij voor de toekomst?”

Een nieuw thuis

Met hulp van Nienke vond Thea uiteindelijk een plek in een verzorgingstehuis in Haren waar ze passende zorg ontvangt, maar ook de vrijheid heeft om haar eigen leven in te richten. Ze woont beneden, kan naar buiten, heeft een tuin en zelfs plannen voor een opruimcoach en nieuwe meubels. “Het zijn kleine dingen,” zegt ze, “maar eigenlijk zijn het hele grote dingen. Ik weet dat ik hier de juiste zorg krijg en ik voel me hier veilig.”, vertelt ze als ze met een sigaretje in haar tuin in het zonnetje zit.

Het belang van cliëntondersteuning

Het verhaal van Thea onderstreept hoe belangrijk cliëntondersteuning kan zijn. Toch is het nog lang niet vanzelfsprekend dat mensen erop gewezen worden. “En dat is jammer,” zegt Nienke. “Want dat is denk ik voor iedereen in zo’n situatie toch wel heel fijn.” Voor Thea betekende cliëntondersteuning een nieuw begin. Of zoals ze zelf zegt: “Ik was vastgelopen in een negatieve bubbel, maar dankzij de ondersteuning heb ik mijn leven weer terug.”